Inleiding:
Op 4 december jl. stuurde demissionair minister Jetten het rapport “Keuzewijzer Klimaat en Energie” naar de Tweede Kamer. Het rapport is opgesteld door een speciale ambtelijke werkgroep en bedoeld voor de formateur. Er staan adviezen in voor een nieuw kabinet.
Energie-Nederland heeft eerder tien adviezen aan een nieuwe Tweede Kamer voor klimaat- en energiebeleid gepubliceerd, en is tevreden dat veel van de adviezen overeenkomen.
Ook Energie-Nederland is van mening dat een goed geïsoleerd duurzaam huis de beste route naar een betaalbare energierekening is, maar tot dat is geregeld, moet de overheid gerichte steun bieden aan kwetsbare huishoudens via een Noodfonds. De energierekening kan worden verlaagd door lagere nettarieven en een lagere energiebelasting op elektriciteit; beide maatregelen zorgen voor een prikkel tot verduurzamen. Ook inzetten op hernieuwbare energieproductie in Nederland en op de Noordzee leidt tot een lagere energierekening én minder CO2 uitstoot. Hiervoor moet natuurlijk de netinfrastructuur zo snel mogelijk op orde worden gebracht.
Energie-Nederland staat kritisch ten opzichte van het advies rondom het nationaal normeren van Nederlandse gascentrales, dat kan de leveringszekerheid in groot gevaar brengen. Daarnaast zijn wij teleurgesteld dat het rapport niet erkent dat de warmtetransitie kan worden versneld door alle partijen te betrekken bij de aanleg van warmtenetten.
Gedetailleerd overzicht:
E-NL advies 1: Bestrijd energie-armoede met een gerichte steunmaatregel en versnel de verduurzaming van huizen
Wij zijn blij dat het belang van het doorzetten van het Tijdelijk Noodfonds Energie wordt erkend, de suggestie om dit instrument wettelijk vast te leggen en de uitvoering bij de overheid te leggen. Dit is de enige mogelijkheid om kwetsbare huishoudens gericht te helpen. Deze maatregel kan komen te vervallen zodra huizen voldoende zijn verduurzaamd. Hiervoor worden goede ideeën aangedragen zoals het versimpelen van aanvragen, renteloze leningen en de realisatiekracht van marktpartijen aanspreken om versnelling mogelijk te maken.
E-NL advies 2: Maak overstappen op een duurzaam alternatief aantrekkelijk door de energiebelasting op elektriciteit te verlagen
De Keuzewijzer doet hierover geen suggestie, maar bepleit het laten oplopen van de aardgasbelasting zoals in het “basispad” (zie p.86). Echter, deze toenemende kosten kunnen grote effecten hebben op kwetsbare huishoudens. De transitie moet geen straf maar juist aantrekkelijk zijn. Verlaag daarom zo snel mogelijk de belasting op elektriciteit zodat investeren in een warmtepomp aantrekkelijker wordt.
E-NL advies 3 & 4: Benut de enorme potentie van windenergie op de Noordzee en verdere groei van hernieuwbaar op land is nodig om onze klimaatdoelen te halen
De doelen voor met name wind op zee en voor hernieuwbaar op land zijn helder en goed gekwantificeerd. Energie-Nederland steunt de oproep in de Keuzewijzer om juist deze – goed uitgewerkte doelstellingen – met de grootste mogelijke vasthoudendheid uit te voeren. Eén van de grootste dilemma’s gaan over of er voldoende vraag is, met name voor het aanbod van de windparken op zee die ontwikkeld worden. Energie-Nederland steunt de suggestie om in ieder geval ook te onderzoeken hoe CfD’s een rol kunnen spelen als ondersteuning, wat volgens EU-regelgeving het enige instrument voor subsidie is voor hernieuwbare energieproductie.
E-NL advies 5: Kies voor subsidietenders voor grootschalige waterstofproductie, net als bij wind op zee
Waterstof gaat een belangrijke rol spelen in het toekomstige energiesysteem. Bedrijven moeten echter investeringszekerheid krijgen om deze stap te zetten. Energie-Nederland is blij met de link die de Keuzewijzer legt tussen leveringszekerheid en de opbouw van Nederlandse groene waterstofcapaciteit. Vanuit Energie-Nederland is er daarom steun voor het opstellen van concrete doelen voor elektrolyse met een passend subsidiebudget en effectieve normering. Deze voorstellen voorkomen hogere kosten en vertraging na 2030. Daarnaast is Energie-Nederland voorstander van het invoeren van lagere nettarieven voor projecten die de transitie helpen (zowel waterstof, batterijen, elektrificatie, etc) om de business case voor elektrolysers te verbeteren.
E-NL advies 6: Stimuleer de industrie om over te stappen op duurzame elektriciteit of groene waterstof
De industrie moet overstappen op CO2-vrije energiebronnen zoals duurzame elektriciteit of waterstof. Stel daarom concrete doelen voor elektrificatie, breidt de SDE++ kaders uit en verlaag de nettarieven. De Keuzewijzer presenteert twee paden: een voorwaardenscheppende overheid óf een actieve industriepolitiek. Energie-Nederland verkiest voor de tweede optie waarbij zowel de juiste randvoorwaarden moeten worden gecreëerd, maar ook een duidelijke koers wordt uitgezet met oog voor specifieke coördinatieproblemen. Het document blijft echter hoog over, er zijn concrete maatregelen nodig: verlaag de nettarieven of corrigeer de SDE++, en laat de SDE++ veel meer projecten stimuleren dan nu het geval is.
E-NL advies 7: Breid elektriciteitsnetten zo snel mogelijk uit zodat die geschikt zijn voor een volledig CO2-vrij elektriciteitssysteem in 2035
Het overvolle net vereist vele oplossingen waaronder versnelde verzwaring en uitbreiding, kortere vergunningstrajecten, aangepaste nettarieven, flexibiliteitstenders en innovatie bij de netbeheerders. Energie-Nederland is dan ook verheugd dat vele van deze voorstellen terugkomen in de Keuzewijzer. Maar er moet aandacht zijn om zaken die worden afgesproken ook uit te voeren. Zo zijn er ondanks alle afspraken over toepassen van congestiemanagement veel signalen van ondernemers die geen aanbod van hun netbeheerder krijgen. Op die manier kunnen lokale energyhubs niet verder. Het belangrijkste blijft beginnen met het uitvoeren van alle plannen, want alleen zó kan men netcongestie oplossen.
E-NL advies 8: Borg de leveringszekerheid van elektriciteit met een mechanisme dat investeringen in CO2 vrij regelbaar vermogen garandeert
In een CO2-vrij én betrouwbaar elektriciteitssysteem zijn interconnecties, opslag, vraagrespons en CO2-vrij regelbaar vermogen nodig. Energie-Nederland steunt het pleidooi van de Keuzewijzer voor een duidelijk plan op korte termijn dat uitgaat van goed werkende marktmechanismen.
Echter, Energie-Nederland is kritisch op het gebruik van nationale normering voor alleen Nederland (optie 3) omdat dit de leveringszekerheid in Nederland in groot gevaar kan brengen. Andere nadelen worden duidelijk beschreven in de Keuzewijzer. Een ongenoemd nadeel is dat de Europese uitstoot zelfs kan stijgen als relatief schone Nederlandse gascentrales minder draaiuren gaan maken en Duitse (bruin)kolencentrales meer.
E-NL advies 9: Wees realistisch in de afbouw van aardgas en de opbouw van groen gas
Gas blijft de komende tijd onderdeel van het Nederlandse energiesysteem en zolang dat het geval is, is nationale gaswinning nodig. Energie-Nederland onderschrijft de oproep in de Keuzewijzer om leveringszekerheid en betaalbaarheid te borgen via een zorgvuldige afbouwstrategie en nationale gaswinning. De Keuzewijzer zegt niets over de hoogte van de doelstelling voor de bijmengverplichting groen gas (nu 1,6 bcm), die lijkt op basis van eigen onderzoek van het ministerie en PBL onhaalbaar, er moet dus een ambitieus maar ook realistisch doel worden vastgesteld, met verdere doorgroei naar 2035.
E-NL advies 10: Versnel de aanleg van duurzame warmtenetten door gebruik te maken van de realisatiekracht van alle partijen
Energie-Nederland stelt dat de huidige Wcw vertraging oplevert voor de warmtetransitie, door het politieke besluit van verplichte publieke meerderheidsbelang in warmtebedrijven. In opdracht van minister Jetten heeft PwC onderzoek gedaan naar de gevolgen van het publiek eigendom maken van warmtenetten. De hoofdconclusie van het onderzoek is dat het doel voor 2030 van 500.000 nieuwe aansluitingen door dit besluit “waarschijnlijk onhaalbaar” wordt door gebrek aan realisatiekracht bij publieke partijen (zie p.8). De Keuzewijzer geeft een aantal opties mee voor het versnellen van de aanleg van collectieve warmtesystemen. Opvallend is hierbij dat de optie om alle partijen (publiek en privaat) te laten bijdragen aan de warmtetransitie ontbreekt, terwijl deze ambtelijke groep onafhankelijk van de politiek zou moeten adviseren over mogelijke beleidsopties.