Het tempo is eruit voor de energietransitie op land. Dat is zonde want zonne- en windenergie op land kunnen juist nu helpen om stroom te produceren waar hij nodig is, ondanks het volle elektriciteitsnet. Daarom heeft duurzame opwek op land dringend ruimte nodig. Dit constateren de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), Holland Solar, Energie-Nederland en NedZero in reactie op de ‘foto’ van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES).
Vandaag heeft het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) de halfjaarlijkse ‘foto’ gepubliceerd. Deze foto geeft een landelijk beeld van waar de dertig energieregio’s staan op weg naar 2030, inclusief vooruitblik. Zonne- en windenergie zijn de afgelopen jaren spectaculair gegroeid. Mede hierdoor is de helft van de Nederlandse elektriciteit al hernieuwbaar. Zonne- en windenergie kan netcongestie omzeilen als het wordt opgewekt in de buurt van vraag naar elektriciteit en hierdoor een oplossing bieden voor ondernemers die willen uitbreiden of verduurzamen, voor de bouw van woonwijken, voor meer energieonafhankelijkheid en om onze klimaatdoelen te halen.
Twijfel bij haalbaarheid doelen terwijl versnelling noodzakelijk is
Het NP RES laat zien dat het opwekken van 35 TWh duurzame energie op land in 2030 haalbaar is, maar het streefdoel van 55 TWh buiten beeld raakt. De 35 TWh-doelstelling is een minimale eis uit het Klimaatakkoord – we hebben nog veel meer duurzame opwek op land nodig om onze bedrijven en huishoudens in de toekomst van stroom te kunnen voorzien. In specifieke gevallen kunnen extra windmolens of zonneparken netcongestie verminderen en bedrijven en huishoudens een oplossing bieden die niet op het elektriciteitsnet aangesloten kunnen worden. Voor het realiseren van de Nederlandse klimaatdoelen is het nodig dat opwek van wind op land richting 2050 verdubbelt en opwek van zon op land verdrievoudigt, zoals vastgelegd in het Nationaal Plan Energiesysteem. Deze ambitie is overgenomen in het Klimaatplan. Met het huidige beleid voldoen we daarnaast niet aan de Europese verplichting van 39 procent hernieuwbare energie in 2030, zo bleek eerder dit jaar uit de Klimaat- en Energieverkenning. Het is zorgwekkend dat we dichter bij de deadline komen en verder van het doel, juist nu versnelling geboden is.
Ontwikkelaars van duurzame energieprojecten in zwaar weer door stapeling factoren
We zien een flinke terugloop in projecten, met als gevolg dat Nederlandse projectontwikkelaars voor zonne- en windenergie uit Nederland vertrekken of zelfs failliet gaan. Daarnaast stranden projecten soms in de ontwikkelfase en gaan bestaande energieparken failliet, waardoor meerdere ontwikkelaars gebukt gaan onder hoge operationele kosten.
Het is noodzakelijk dat overheden de vraag naar stroom en flexibiliteit stimuleren, door zowel huishoudens als bedrijven te helpen overstappen van gas naar elektriciteit. Huidige beperkingen voor zon op landbouwgrond en de (concept)milieunormen voor windparken op land zijn factoren
waardoor de pijplijn voor hernieuwbare opwek op land verder dreigt op te drogen. Andere belangrijke oorzaken die duurzame opwek op land tot stilstand brengen zijn onzekerheid over stabiel beleid, lange doorlooptijden, een krappe businesscase en netcongestie. De optelsom maakt het investeringsklimaat onzeker.
Werp geen nieuwe beperkingen op en versnel uitvoering
Het is belangrijk dat er geen aanvullende nationale of provinciale belemmeringen voor de energietransitie worden opgeworpen en dat knelpunten in de uitvoering worden weggenomen. Daarnaast is het noodzakelijk genoeg fysieke ruimte te bieden aan hernieuwbare opwek op land. Duurzame opwek op land kan goed samengaan met andere maatschappelijke opgaven als woningbouw en bedrijvigheid. Het is van belang dat provincies zekerheid bieden over zoekgebieden en de gedeelde afspraken om de klimaatdoelen te realiseren blijven uitdragen.
Voor het versnellen van de uitvoering van projecten voor de energietransitie, het stimuleren van duurzame opwek en het creëren van robuuste energie-infrastructuur is het nodig prioriteit te geven aan het versnellen van de doorlooptijden. Zie hier voor meer informatie de voorstellen in de notitie: ‘Actieagenda doorlooptijden: streven naar twee jaar voorbereiden en twee jaar bouwen aan energieprojecten’.