Duurzaam energiesysteem
Energiemarkt
Eindverbruikers
Energietransitie
Standpunt energietransitie
Standpunt Klimaatakkoord – Coalitieakkoord 2021-2025
In 2019 presenteerde het kabinet het Klimaatakkoord. Hierin is het commitment van Nederland aan het Klimaatverdrag van Parijs concreet gemaakt: uitfaseren van uitstoot van broeikasgassen tot 2050 als bijdrage aan het beperken van de wereldwijde temperatuurstijging tot zo dicht mogelijk bij 1,5 graden Celsius. Het akkoord bevat een pakket van afspraken tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden. Deze afspraken moesten bijdragen aan 49% broeikasgasreductie in 2030 vergeleken met 1990. Afspraken zijn per sector gemaakt en moeten ook per sector leiden tot een reductie.
In het Coalitieakkoord 2021-2025 zijn de ambities verhoogd. Er moet in ieder geval 55% CO2-reductie worden gerealiseerd. Het beleid is zelfs gericht op 60% reductie. Met deze aanscherping wil het kabinet zekerstellen dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatneutraal is. Dit past ook bij de EU-ambitie Fit-For-55 dat in 2021 is gepresenteerd.
Energie-Nederland onderschrijft de doelen volledig om een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening te realiseren. Van de overheid vraagt Energie-Nederland helder, stabiel en goed uitvoerbaar beleid om de benodigde versnelling mogelijk te maken.
Standpunt Klimaatwet
De Nederlandse klimaatdoelen zijn vastgelegd in de nationale Klimaatwet. Behalve de klimaatdoelstellingen beschrijft de Klimaatwet ook het beleidskader rond de klimaatdoelstellingen. Er zijn drie beleidsinstrumenten opgenomen: het vijfjaarlijkse Klimaatplan, de tweejaarlijkse Voortgangsrapportage en de jaarlijkse Klimaatnota.
Energie-Nederland steunt de verhoging van de ambities op nationaal niveau die in de aangescherpte Klimaatwet zijn vastgelegd. De ambities zijn 55% minder uitstoot van broeikasgassen in 2030 vergeleken met 1990 en klimaatneutraal in 2050. Daarmee sluit de Nederlandse Klimaatwet aan bij de Europese Klimaatwet die juridisch bindend is.
Energie-Nederland heeft bij de consultatie voor de aangescherpte wet de volgende suggesties gedaan:
- Stel heldere tussendoelen voor reductie van broeikasgasemissie. De tussendoelen zijn wat Energie-Nederland betreft 70% reductie in 2035 en 80% reductie in 2040. Voor alle stakeholders maakt dat ook de doelstelling op de middellange termijn helder. Tegelijk wordt daarmee geborgd dat het Klimaatplan aansluit op de doelstellingen volgens artikel 3 uit de Klimaatwet.
- Neem het correctiemechanisme voor im- en export van elektriciteit op. Dat correctiemechanisme moet ‘waterbedeffecten’ in de Europese CO2-uitstoot voorkomen.
Standpunt Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Klimaat
Energie-Nederland is enthousiast over het rapport IBO Klimaat ‘Scherpe doelen, scherpe keuzes’ van april 2023. Wij onderschrijven het advies dat snelle en heldere keuzes nu nodig zijn. Het laaghangend fruit is al geplukt. Elke volgende megaton reductie wordt lastiger te realiseren dan de megatons daarvoor. Bovendien is het bij wijze van spreken morgen al 2030. Beleidsprogramma’s die nu nog niet zijn gestart, gaan pas op z’n vroegst in 2025 in. En dat terwijl de meeste grootschalige projecten minimaal 7 jaar de tijd nodig hebben om ze uit te voeren. De focus moet daarom vooral liggen op het bestendigen en versnellen van bestaand beleid.
Het IBO heeft enkel gekeken naar normerende en beprijzende maatregelen. Dit geeft een te beperkt beeld van de mogelijke maatregelen om het klimaatdoel te kunnen halen.
Energie-Nederland waarschuwt voor het risico van een ‘excelwerkelijkheid’. De branchevereniging dringt aan op versnelling door focus op de uitvoering en pragmatische oplossingen. Het IBO gaat voorbij aan de praktische uitvoerbaarheid van de transitie. Cruciale randvoorwaarden worden niet opgelost of aangepakt. Het grootste knelpunt van de transitie is bijvoorbeeld energie-infrastructuur waarvoor planningscapaciteit, (stikstof)vergunningsverlening, mankracht en materiaal nodig zijn. Dit zijn details die moeten worden opgelost. Beprijzen en normeren hebben anders niet het beoogde effect.
Het draagvlak voor de transitie is gebaat bij een evenwichtige samenhang tussen wortel en stok. Neem daarom het volledige pakket aan maatregelen in ogenschouw. Dus ook subsidies.
Om andere sectoren succesvol te kunnen verduurzamen, moet de elektriciteitssector al voor 2040 volledig CO2 neutraal zijn. Dat betreft ook het regelbaar vermogen. De voorgestelde maatregelen uit het IBO zorgen niet voor de gewenste versnelling op dit vlak.
Eén van de voorgestelde maatregelen is om de resterende operationele gascentrales in Nederland te beprijzen of normeren. Door de verslechterde concurrentiepositie en mogelijk vroegtijdig sluiten van centrales, levert dat een risico op van weglekken van emissies en lagere leveringszekerheid.
Standpunt Klimaatpakket Jetten 2023
Op woensdag 26 april 2023 presenteerde minister van Klimaat en Energie Rob Jetten het Klimaatpakket dat Nederland in lijn moet brengen met het doel van 55-60% CO2-reductie. Dat deed hij tijdens de eerste van een reeks klimaat-persconferenties. De minister schetst in het pakket op hoofdlijnen de maatregelen die per sector genomen moeten worden. Ook staat hierin het proces voor besluitvorming beschreven. Zowel voor het verleden als de toekomst. In 2030 levert het pakket 22 megaton CO2-reductie op. Ook bevat het pakket 120 maatregelen boven op het bestaand beleid. Vanuit het Klimaatfonds wordt hiervoor 28 miljard euro uitgetrokken.
Energie-Nederland is tevreden met de extra maatregelen die worden genomen om het beleid in lijn te brengen met de ambitieuze klimaatdoelen. Dat is hard nodig gezien de korte tijd die resteert tot 2030. Het is nu noodzakelijk om te focussen op de haalbaarheid en de uitvoerbaarheid van alle maatregelen. De sector moet worden betrokken bij de verdere vormgeving van deze maatregelen.
Minister Jetten benadrukte in zijn toespraak op 26 april dat de transitie moet worden vormgegeven op zo’n manier dat iedereen kan meedoen. Ook mensen met een kleinere beurs en/of een huurwoning. Energie-Nederland is tevreden dat er wordt gekozen voor een combinatie van zure maatregelen (normeren en beprijzen) en zoete maatregelen (stimuleren en subsidiëren). Ook steunt Energie-Nederland de plannen om het gebruik van waterstof te stimuleren. Waterstof is nodig voor een goede balans met wind en zon. Daarbij is het een belangrijke grondstof voor de industrie.
Een punt van zorg is de keuze voor normerende maatregelen in de elektriciteitssector. Die maatregelen zouden de Nederlandse gascentrales namelijk op achterstand kunnen zetten ten opzichte van de buitenlandse centrales. Als de business case van Nederlandse gascentrales verslechtert, brengt dat de leveringszekerheid – die toch al onder druk staat – mogelijk nog verder in gevaar.
Standpunt Energiewet
Energie-Nederland is voorstander van de voorgestelde Energiewet. Het wetsvoorstel voegt de Elektriciteits- en Gaswet samen. Dit is een flinke modernisering op grond van de Richtlijnen en Verordeningen van het EU Clean Energy Package. De nieuwe wet draagt bij aan de energietransitie. Het stimuleert een schone, CO2-arme energievoorziening die ruimtelijk inpasbaar, veilig, betrouwbaar en betaalbaar is.
De Energiewet moet volgens Energie-Nederland gericht zijn op het goed laten functioneren van de volwassen Nederlandse energiemarkt. Dit zou een vast onderdeel moeten zijn van de (Noordwest-)Europese energiemarkt. De Energiewet moet zich specifiek richten op de energiemarkt en de energietransitie. Daarom moet het geen middel worden om ander beleid uit te voeren. Sociaal beleid mag niet ingevuld worden met bijvoorbeeld prijsregulering in de Energiewet.
Het is een goede ontwikkeling dat de balansverantwoordelijkheid consequent bij alle marktdeelnemers wordt belegd. Ook positief is het overzichtelijk en eenduidig toerekenen van kosten vanuit het energiesysteem. Verder is Energie-Nederland tevreden met de bevestiging van de faciliterende rol van de netbeheerder voor alle marktdeelnemers. Dit benadrukt het uitgangspunt van een efficiënte werking van de markt voor het organiseren van aansluiting en transport. Terughoudend moet worden omgegaan met de mogelijkheid om hiervoor prioriteringskaders op te nemen in de wet.
Over een aantal onderwerpen maakt Energie-Nederland zich nog zorgen. Bijvoorbeeld over het delen van zelfopgewekte energie. Enerzijds moeten de marktverantwoordelijkheden juist belegd worden. Anderzijds moeten onnodige administratieve lasten worden voorkomen.
Daarnaast biedt de Energiewet een goede structuur voor het delen van energiedata. Echter moet de onafhankelijke aansturing en uitvoering van de taak van de gegevensuitwisselingsentiteit beter worden onderbouwd. Uiteraard staan er nog tal van andere onderwerpen in de wet die Energie-Nederland van belang vindt.
Het wetsvoorstel vormt een goede basis, maar kan op een aantal punten nog worden verduidelijkt en aangescherpt.
Standpunt Wet collectieve warmtevoorziening
De nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) moet de warmtetransitie versnellen. Energie-Nederland steunt het doel van die versnelling van deze nieuwe wet die in 2025 ingaat. De publieke belangen die de wet moet borgen zijn: verduurzaming, betaalbaarheid en leveringszekerheid. Een voorwaarde om die belangen te kunnen borgen, is meer publieke regie. Energie-Nederland draagt actief bij aan de vormgeving van de wet om de benodigde versnelling van de warmtetransitie mogelijk maken. Dat doet Energie-Nederland samen met meer dan 25 leden die actief zijn in collectieve warmte.
Eind 2022 heeft de minister van EZK besloten een publiek meerderheidsbelang in warmte-infrastructuur te verplichten. Energie-Nederland vindt dat besluit om meerdere redenen onverstandig. Met name omdat het de transitie in de gebouwde omgeving vertraagt. De minister erkent dit ook. Er is immers onvoldoende publieke realisatiekracht. Dit blijkt uit een onderzoek van PwC (aug. 2022) dat is opgesteld in opdracht van de minister. Bovendien wordt nauwelijks gebruikgemaakt van de realisatiekracht van private bedrijven die nu 80-90% van de markt bedienen en tientallen jaren ervaring hebben.
Naar aanleiding van het besluit van de minister heeft Energie-Nederland eind 2022 en begin 2023 intensief overleg gevoerd met EZK, Netbeheer Nederland VNG en IPO. Dit overleg had als doel om afspraken te maken om zo veel mogelijk lopende projecten door te laten gaan. Dit voorkomt dat de klimaatdoelen voor 2030 buiten bereik raken. De gemaakte afspraken bieden voor veel van die lopende projecten helaas niet voldoende duidelijkheid. Dus veel projecten zullen vertragen of stopgezet worden.
Standpunt Transitie gebouwde omgeving
De energiecrisis met zeer hoge prijzen voor huishoudens door de oorlog in Oekraïne maakt een versnelling van de transitie en verduurzaming van de gebouwde omgeving nog belangrijker. Dit geldt voor zowel de leveringszekerheid als de betaalbaarheid van energie.
De belangrijkste punten voor Energie-Nederland hierbij zijn:
- Meer concrete en gekwantificeerde doelen zijn nodig voor huiseigenaren, verhuurders, gemeenten en bedrijven. Dit geeft alle betrokken meer handelingsperspectief op weg naar de vastgelegde klimaatdoelen. Daar hoort een robuust én eenvoudig pakket van instrumenten bij. Dat helpt mensen bij het nemen van maatregelen om te verduurzamen.
- Energie-Nederland is verbaasd en teleurgesteld dat er geen nieuwe subsidies komen voor biomassa voor warmte en dat de warmte-infrastructuur verplicht publiek eigendom wordt. Voor beide besluiten uit 2022 was vooraf duidelijk dat ze de warmtetransitie in de gebouwde omgeving zouden vertragen.
- Cruciale wetgeving en subsidies moeten zo snel mogelijk van kracht worden. Het betreft hier: Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (WGIW), Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw), Energiewet en Warmtenet Investeringssubsidie (WIS). Dat is van belang voor alle betrokken stakeholders, zoals gemeenten, woningcorporaties, bedrijven, netbeheerders, bewoners, verhuurders en lokale energiecoöperaties.
- Een forfaitaire waarde van 0,9 voor het bepalen van het energielabel voor woningen die aangesloten zijn op een warmtenet. Het hanteren van deze waarde belemmert verduurzaming. Woningen van woningcorporaties worden hierdoor niet of te weinig beloond voor hun duurzame energieverbruik. Dit in tegenstelling tot woningen met een eigen warmtepomp.
- Corrigeer de onjuiste beëindiging van de Energie-Investeringsaftrek (EIA) en verleng de realisatietermijn. Complexe en langlopende warmteprojecten kunnen dan ook gebruikmaken van de regeling. Tot het moment dat de WIS van toepassing wordt, stelt Energie-Nederland voor het beëindigen van de EIA terug te draaien. Daarmee wordt de investeringszekerheid van lopende en toekomstige projecten geborgd. Bovendien kan met adequate voorwaarden ook het verlengen van de toegestane termijnen ervoor zorgen dat dit soort complexe en langlopende (warmte)projecten interessant blijven.
Standpunt Energiebesparing
Om energie betaalbaar en beschikbaar te houden en de uitstoot van CO2 zoveel mogelijk te beperken, is het noodzakelijk om minder energie te gebruiken. De stijgende energieprijzen hebben het belang van besparing extra benadrukt. Vaak is meer mogelijk dan men denkt. De leden van Energie-Nederland denken graag mee met hun klanten.
Minder energiegebruik
Dit geldt zowel voor huishoudens als voor de industrie. Energieleveranciers en de overheid kunnen hier allebei een rol spelen. Bijvoorbeeld met goede informatie over besparingsmogelijkheden. En door mensen en bedrijven te stimuleren om maatregelen te nemen. Denk aan korter douchen, de CV een paar graden lager te zetten en maatwerkafspraken met het bedrijfsleven.
Isoleren
Met isoleren is voor alle betrokkenen het grootste en snelste voordeel te behalen als het om besparing gaat. Voor het isoleren van woningen, helpt het kabinet met het Nationaal Isolatieprogramma. Dit programma is er specifiek op gericht om slecht geïsoleerde huur- en koopwoningen snel en slim te isoleren. Het doel is dat 2,5 miljoen woningen zijn aangepakt in 2030. Het kabinet heeft hiervoor 4 miljard euro beschikbaar gesteld. Energie-Nederland dringt erop aan om het Nationaal Isolatieprogramma snel uit te voeren en woningisolatie te realiseren.
Het kabinet heeft in maart 2023 versneld € 200 miljoen beschikbaar gesteld om energiearmoede tegen te gaan. Dit moet gebeuren met de inzet van energiefixers voor kwetsbare huishoudens in huur- en koopwoningen. Energiefixers helpen het energieverbruik op korte termijn te verlagen. Dat doen ze met energieadvies en kleine tot middelgrote energiebesparende maatregelen. Daarnaast komt € 100 miljoen eerder beschikbaar uit het Nationaal Isolatieprogramma. Dit geld is bestemd voor de lokale isolatie-aanpak van gemeenten.