Morgen, vrijdag 9 september zullen in een extra bijeenkomst van de Energieraad voorstellen besproken worden om in te grijpen in de elektriciteitsmarkt. Â Energie-Nederland is bezorgd met name over het voorstel van de Europese Commissie voor de invoering van een plafond op inframarginale inkomsten. Deze maatregel werkt averechts, de uitvoerbaarheid is complex, hij leidt tot ongelijke behandeling en er zijn betere alternatieven.
De zorgen over de extreem hoge energieprijzen zijn begrijpelijk en terecht. Er moet prioriteit gegeven worden aan maatregelen die de oorzaak van hoge prijzen aanpakken: het verhogen van het aanbod van (hernieuwbare) energie, het verlagen van de energievraag via energiebesparing en versterking van de transportinfrastructuur. De investeringskracht van bedrijven die in de energietransitie actief zijn, moet daarbij in stand blijven.
Tegelijkertijd moeten er maatregelen genomen worden vanwege de gevolgen die de extreem hoge prijzen kunnen hebben voor consumenten. Het is duidelijk dat sommige en met name kwetsbare huishoudens en bedrijven nu beschermd moeten worden. Nieuwsbericht van 8 september “Energie-Nederland is blij met plan van GroenLinks en PvdA voor compensatie van de energierekening maar pleit voor een inkomensafhankelijke energiebelastingvermindering”.
Bescherming van kwetsbare consumenten kost geld. Om deze kosten te dekken wil de Europese Commissie geld weghalen bij energiebedrijven die zouden profiteren van de hoge prijzen. Het gaat daarbij om productiemiddelen, zoals windparken, die lage variabele kosten hebben en hun productie tegen hoge prijzen verkopen. Dit wordt een prijsplafond op inframarginale inkomsten genoemd.
Het idee van dit prijsplafond is om de impact van het prijsbepalende, marginale productiemiddel op de inkomsten van productiemiddelen met lagere variabele kosten te reduceren. Ervan uitgaande dat een gasgestookte centrale de marginale eenheid is, gaat het dus om de hoge inframarginale inkomsten die productie uit zon en wind, waterkracht-, kern- en kolencentrales behalen. Naar verluidt zou de Europese Commissie die inkomsten willen beperken tot 200 Euro/MWh.
De maatregel werkt averechts
De huidige hoge en volatiele prijzen weerspiegelen correct de waarde van elektriciteit in een krappe markt. De elektriciteitsprijs is met name hoog door de hoge prijs van aardgas als gevolg van het terugschroeven van de levering van aardgas door Rusland. Daarnaast spelen ook andere factoren een rol, zoals de beperkte beschikbaarheid van Franse kerncentrales en droogte die leidt tot beperkte beschikbaarheid van waterkracht.
De huidige hoge elektriciteitsprijzen vervullen een nuttige rol in het aansturen van alle partijen in de markt. Het gaat daarbij zowel om de optimale dagelijkse inzet van deze installaties als om investeringsbeslissingen en keuzes in de operationele planning. De hoge inframarginale inkomsten die sommige technologieën nu hebben, vormen het prijssignaal voor dergelijke beslissingen. Elke verstoring in de prijsvorming, en dus ook het afromen van inframarginale inkomsten leidt tot suboptimale beslissingen en dus tot welvaartsverlies.
De maatregel werkt in veel gevallen dus averechts. Door suboptimale beslissingen ontstaan er maatschappelijke meerkosten die uiteindelijk ten laste zullen komen van de EU-burgers.
Praktische invoering is complex en uitvoerbaarheid is zeer twijfelachtig
Op papier lijkt het afromen van inframarginale inkomsten eenvoudig, maar dat is slechts schijn.
Ten eerste is de Nederlandse en Europese elektriciteitsmarkt een decentrale markt met vrije prijsvorming. Er zijn geen verplichte marktplaatsen waar productie moet worden aangeboden. Naast de day-ahead markt vindt veel handel bilateraal over meerdere tijdspannen plaats: van jaren van tevoren tot op een minuut voor levering. Sommige capaciteit wordt meerdere keren verkocht en teruggekocht. Ook partijen die wel op de day-ahead markt actief zijn, zijn daarna ook actief op de intraday- en onbalansmarkt. Dit gegeven maakt het extra lastig om daadwerkelijk gerealiseerde inkomsten te bepalen. Ook is het denkbaar dat de maatregel omzeild kan worden.
Ten tweede gaat het niet alleen om productietechnologieën. Ook opslag en vraagrespons reageren op hoge prijsverschillen die ontstaan omdat de prijs soms wordt bepaald door een gascentrale en het andere moment door wind of zon. Hoe moeten de maximale inframarginale inkomsten van een batterij worden bepaald?
Ten slotte is het onduidelijk hoe de maatregel uitpakt voor productie die wordt opgewekt door coöperaties of voor productie bij bedrijven en consumenten die wordt ingezet voor eigen verbruik.
Maatregel leidt tot ongelijke behandeling
De daadwerkelijke inkomsten en winsten die door diverse marktpartijen worden gerealiseerd hangen sterk af van de wijze waarop productie en verbruik zijn afgedekt op de termijnmarkten. Een eenvoudig voorbeeld is een producent met een windpark, die zijn productie via een langlopende contract heeft verkocht tegen een vaste prijs. In dat geval profiteert niet de producent maar het bedrijf dat de elektriciteit van dat windpark voor een langere periode heeft gekocht van de huidige marktprijzen. Een prijsplafond op inframarginale inkomsten is dus niet in staat om werkelijke winsten af te romen en leidt ertoe dat sommige bedrijven onterecht belast worden en sommige bedrijven onterecht niet belast zullen worden.
Een beter alternatief
Maatregelen om kwetsbare huishoudens en bedrijven te compenseren voor hoge energieprijzen kosten geld. Als extra middelen voor dekking van die kosten noodzakelijk zijn, moet gedacht worden aan het inzetten van bestaande belastinginstrumenten. Eén van de voordelen is dat belasting wordt geheven op objectief vastgestelde bedrijfswinsten.