Vorige week debatteerde de Eerste Kamer over het wetsvoorstel voor de afbouw van salderen. Het wetsvoorstel voorziet in een geleidelijke afbouw van salderen vanaf 2025 tot 2031. Energie-Nederland is voorstander van deze afbouw, ondanks de kostenĀverhogende verplichting voor een minimale terugleververgoeding van 80% van de energieprijs. En is van mening dat er effectievere manieren zijn om aaanschaf van zonnepanelen te stimuleren. Tijdens het debat bleven enkele zaken onduidelijk of werden onderbelicht. Energie-Nederland licht dit graag toe.
Blijven salderen leidt tot hogere elektriciteitsprijzen
Salderen betekent dat de elektriciteit die met zonnepanelen wordt opgewekt aan het einde van een periode van een jaar wordt verrekenend met het verbruik. Het is daarbij goed om te beseffen dat de elektriciteit die wordt teruggeleverd op zonnige middagen een veel lagere prijs in de markt heeft (door weinig elektriciteitsvraag en veel aanbod) dan de elektriciteit die in de winter wordt verbruikt. Het verschil tussen die prijzen brengt de energieleverancier in rekening bij al haar klanten, ook bij klanten zonder zonnepanelen. Nu was dit geen probleem toen het aantal woningen met zonnepanelen nog beperkt was. Maar inmiddels zijn dat er 2,6 miljoen. De kosten die dit veroorzaakt, leiden inmiddels tot merkbaar hogere elektriciteitsprijzen. De klanten zonder zonnepanelen krijgen hier echter niets voor terug. Die groep betreft doorgaans de minder kapitaalkrachtige huishoudens. Het resultaat: een welvaartsoverdracht van huishoudens zĆ³nder zonnepanelen aan die mĆ©t panelen.
Kortom, het onverminderd voortzetten van salderen is oneerlijk en laat die ongelijkheid alleen maar toenemen. Bij de afbouw van salderen vervallen deze kosten uiteindelijk en worden niet meer in de elektriciteitsprijs verrekend.
Afbouw salderen: kosten voor leveranciers en bezitters zonnepanelen nemen af
Zonder afbouw van salderen worden onnodige -maatschappelijke- kosten in stand gehouden. Bij het afbouwen van salderen nemen deze kosten navenant af. Dat betekent dat energieleveranciers deze werkelijke kosten niet meer in rekening brengen bij bezitters van zonnepanelen om zo de energieprijs voor huishoudens zonder zonnepanelen betaalbaar te houden.
Bovendien wordt met het wetsvoorstel voor de Energiewet, die nu in de Tweede Kamer ter bespreking ligt, geregeld dat afnemers met zonnepanelen zelf kunnen kiezen aan wie zij willen terugleveren. Ook wordt het mogelijk om af te spreken wie deze elektriciteit krijgt via de zogenoemde peer-to-peer overeenkomst. Deze mogelijkheid voor energiedelen wordt met de implementatie van de onlangs in Brussel aangenomen Electricity Market Design directive nog verder ingevuld.
Investeren in zonnepanelen blijft een goede keuze
Salderen is geĆÆntroduceerd om de voorlopers te helpen met een redelijke terugverdienĀtijd. Inmiddels zijn de prijzen van panelen drastisch verlaagd, de efficiency flink toegenomen en de elektriciteitsprijzen gestegen. Hierdoor verdienen zonnepanelen zich met de afbouw van salderen en een marktconforme terugleververgoeding binnen enkele jaren, doorgaans na zoān zeven jaar, terug. Vanaf dat moment zijn er voornamelijk opbrengsten als de zon schijnt. Bovendien stimuleert dit om zoveel mogelijk de zelfopgewekte elektriciteit thuis te verbruiken (en niet onnodig terug te leveren). Hierdoor kan netcongestie worden voorkomen.Ā
Daarnaast heeft de minister toegezegd extra middelen tot ā¬ 300 miljoen ter beschikking te stellen voor de plaatsing van zonnepanelen door woningcorporaties, zodat ook bij huurders de energierekening naar beneden kan.
Met afbouw salderen toont de overheid zich betrouwbaar en financieel solide
Al in 2018 heeft de overheid aangekondigd dat de salderingsregeling afgebouwd zou worden. Mensen die daarna panelen hebben laten plaatsen konden weten dat de regeling eindig zou zijn. Het is daarom goed dat de regering doet wat zij beloofd heeft: kijken naar een andere manier om zonnepanelenbezit te stimuleren. De regering heeft haar financiĆ«n al hierop ingericht: het voort laten bestaan van de regeling kost ā¬ 2,8 miljard.