Vandaag vindt er een technische briefing plaats in de Tweede Kamer over de warmtetarieven met TNO en ACM. De recente publicatie van TNO maakt duidelijk dat de warmtetarieven in Nederland relatief hoger zijn dan in omliggende landen, maar de onderliggende oorzaken zijn daarbij niet bekend. Energie-Nederland werkt graag mee aan duidelijkheid creëren in de verschillen van warmtetarieven in diverse Europese landen.
Mogelijke oorzaken warmtetarieven Nederland
Oorzaken die een rol zouden kunnen spelen bij de hogere kosten in Nederland t.o.v. andere landen zijn o.a.: het soort warmtebronnen, brandstofmix van die bronnen, soort ondergrond, warmtevraag per huishouden, de omvang en volwassenheid van de warmtemarkt, de gasreferentie (het Niet Meer Dan Anders principe) en subsidies, belastingen, nettarieven, vergunningsvoorwaarden).
Rol ACM: vaststelling tarieven en toezicht
De ACM houdt toezicht op de warmtetarieven en de rendementen die warmtebedrijven maken. De tarieven hebben een wettelijk maximum, jaarlijks vastgesteld door de ACM. Warmtebedrijven stellen hun tarieven vast, onder of op dat maximum. En de rendementen moeten redelijk zijn. Als een warmtebedrijf een meer dan redelijk rendement maakt, kan de ACM overgaan tot lagere maximumtarieven voor het desbetreffende warmtebedrijf in opvolgende jaren. De ACM heeft immers volledig inzicht in de gemaakte kosten. Over 2014-2022 lagen de rendementen op gemiddeld ca. 4,5%. In 2021 was het 5,0% en in 2022 gedaald naar 2,7%. Dit zijn redelijke tarieven aldus de ACM.