Op 23 december 2021 maakte ACM de maximum warmtetarieven voor het jaar 2022 bekend. Energie-Nederland licht in dit artikel toe hoe de warmtetarieven tot stand komen.
In Nederland is zo’n 5% van de huishoudens aangesloten op een warmtenet. Veel van deze netten zijn duurzaam en maken gebruik van bijvoorbeeld restwarmte, maar er wordt ook gebruik gemaakt van aardgas en elektriciteit. Voor de opwek van elektriciteit wordt – naast duurzame bronnen – ook gas gebruikt. Als gevolg van de fors gestegen gasprijzen, is elektriciteit daarom de afgelopen maanden ook duurder geworden. De warmtetarieven stijgen volgend jaar voor de meeste warmteklanten mee met de gestegen energieprijzen. Voor warmtebedrijven hebben de hogere energieprijzen ook consequenties, omdat zij met hogere (inkoop)kosten en lagere opbrengsten te maken hebben. En doordat warmtebedrijven meer investeren in de warmtetransitie, vertoont het gemiddelde rendement dat zij maken de afgelopen jaren een dalende trend.
Gasprijs als referentie voor maximale warmtetarieven
De warmtetarieven worden volgens het “Niet Meer Dan Anders”-principe (NMDA) gereguleerd; de overheid heeft ervoor gekozen om de gasprijs als referentie te nemen voor het vaststellen van de maximumtarieven voor warmte. Als de gasprijzen dalen of stijgen, dan dalen of stijgen die maximumtarieven voor warmte dus ook. Het voordeel daarvan is dat klanten van warmtebedrijven nooit méér betalen dan consumenten met een cv-ketel op aardgas.
Jaarlijks in december stelt de toezichthouder ACM de maximumtarieven voor warmte voor het volgende jaar vast. De maximumtarieven voor 2022 zijn dus op 23 december 2021 bekendgemaakt. Warmtebedrijven mogen hun tarieven niet hoger vaststellen dan het maximumtarief. Veel bedrijven hanteerden afgelopen jaren een korting op het maximumtarief: in 2020 was het 8 tot 12%[1], en in 2021 was het 7 tot 12%[2]
Hogere gas- en elektriciteitsprijzen leiden tot hogere kosten voor warmtebedrijven
De sterk gestegen gas- en elektriciteitsprijzen zorgen voor hogere kosten en lagere opbrengsten voor warmtebedrijven, ook in warmtenetten zonder aardgas. Dat komt doordat er vaak aardgas gebruikt wordt om de piekvraag op te vangen en omdat er elektriciteit nodig is voor de installaties. In sommige typen installaties (zoals bij aquathermie of een WKO-systeem) wordt ook veel elektriciteit verbruikt. Daarnaast leiden de hogere gasprijzen tot lagere SDE-subsidies voor de duurzame warmtebronnen waardoor de warmtebedrijven minder inkomsten hebben. En ook hebben bedrijven – juist vanwege de gasprijsreferentie – hun inkoopcontracten voor warmte vaak geïndexeerd op de gasprijs. Dan dalen of stijgen de inkoopkosten mee met de maximumtarieven, wat de financiële risico’s beperkt.
Warmtebedrijven zien zich hierdoor genoodzaakt om de tarieven te verhogen. Daarbij wordt een uiterste inspanning gedaan om de tarieven zo laag mogelijk te houden. Uiteraard maakt elk bedrijf een eigen afweging, gebaseerd op de eigen situatie. De ACM monitort achteraf of de bedrijven een redelijk rendement hebben behaald.
Rendementen warmtebedrijven vertonen laatste jaren dalende trend
De ACM monitort sinds 2013 elke twee jaar de gemiddelde rendementen van alle warmtebedrijven, om te monitoren of zij een redelijk rendement maken. Een financieel gezond bedrijf dat een redelijk rendement kan maken, is belangrijk voor de klanten. Uiteraard zijn redelijke rendementen voor bedrijven nodig om te kunnen blijven investeren in de warmtetransitie. De meest recente Rendementsmonitor warmteleveranciers 2019-2020 laat zien dat de rendementen sinds 2013 gemiddeld 4,8% waren. Sinds 2018 vertonen de rendementen een dalende trend, veroorzaakt door de toenemende investeringen in de warmtetransitie.
Voorstander van snel ontwikkelen van een nieuwe tariefsystematiek zonder de aardgasreferentie
Energie-Nederland is voorstander van een nieuwe warmtewet waarbij de tariefregulering voor warmte vervangen gaat worden door een kostprijsplus benadering. Dit staat in het huidige wetsvoorstel. Energie-Nederland heeft ervoor gepleit om met de ontwikkeling van de nieuwe systematiek niet te wachten op de nieuwe wet.
Relevante informatie
- Energie-Nederland: Rendement warmtebedrijven daalt door forse investeringen in de warmtetransitie
- ACM: Rendementsmonitor warmteleveranciers 2019-2020
[1] Kamerbrief van Minister EZK (10 februari 2020): ‘Warmtetarieven 2020 en tariefregulering in Warmtewet 2’
[2] Artikel Energeia 11-10-2021: ‘Warmtebedrijven ontlopen pijn hoge gasprijs niet’