Biomassa in de gebouwde omgeving is noodzakelijk om de klimaatdoelen op tijd te halen. Dit bleek in 2020 uit het SER-advies Biomassa in balans en het PBL-advies Uitfasering houtige biogrondstoffen voor warmtetoepassingen. Het PBL-advies gaf aan dat nieuwe subsidies voor houtige biomassa tot 2030 nodig zijn om het doel van 3,4 Mton CO2-reductie te kunnen halen. Het Coalitieakkoord van eind 2021 verdrievoudigde zelfs de ambitie in de gebouwde omgeving naar 10 Mton CO2-reductie. Desondanks schreef het kabinet op 22 april jl. aan de Kamer per direct te stoppen met toekennen van nieuwe subsidies. Een alternatief geeft het kabinet niet. Energie-Nederland ziet daardoor de klimaatdoelen in de gebouwde omgeving – een toch al complexe opgave – nog verder uit beeld raken en de kosten voor de transitie toenemen.
De overwegingen van het kabinet overtuigen niet. Ten eerste wordt verwezen naar het SER-rapport Biomassa in balans (juli 2020), waarin staat “dat de inzet van houtige biogrondstoffen voor lagetemperatuurwarmte afgebouwd moet worden.” Na het uitkomen van dit SER-rapport heeft het kabinet aan PBL gevraagd hoe zo’n afbouwpad eruit zou moeten zien. En zoals gezegd, achtte PBL nieuwe subsidies tot 2030 noodzakelijk om het doel van 3,4 Mton te kunnen halen: “Indien al ruim vóór 2030 gestopt wordt met het toekennen van nieuwe subsidies voor houtige biogrondstoffen voor warmtenetten, is het naar de huidige inzichten niet aannemelijk dat alternatieve warmtebronnen – zoals geothermie, industriële restwarmte en aquathermie – snel genoeg kunnen worden opgeschaald om de wegvallende biogrondstoffen te compenseren.”
Ook zegt het kabinet niets over kosten. Het TNO-rapport “Inzicht in kosten alternatieven” (mei 2021) stelt dat direct stoppen met nieuwe subsidies voor houtige biomassa € 2,7 miljard extra zou kosten. In dit rapport is uitgegaan van het doel van 3,4 Mton CO2-reductie in 2030. Met het verdrievoudigde doel van het Coalitieakkoord en de oplopende rentes op de wereldwijde kapitaalmarkten, worden de extra kosten ongetwijfeld aanzienlijk hoger.
Tot slot geeft de Kamerbrief aan dat het kabinet “met de onmiddellijke stop recht doet aan de zorgen in de maatschappij over de laagwaardige inzet van houtige biogrondstoffen”. Natuurlijk is het belangrijk dat er aandacht is voor de zorgen die in de maatschappij leven. Nu lijkt het er echter op dat het kabinet zich door deze zorgen laat leiden en dat vindt Energie-Nederland verontrustend. Er leven immers ook zorgen over bijvoorbeeld zonneparken, windmolens, kernenergie, CO2-opslag, geothermie.
Energie-Nederland vraagt het kabinet het halen van onze ambitieuze en noodzakelijke klimaatdoelen leidend te laten zijn in het beleid en verneemt graag welke alternatieven het kabinet in gaat zetten om de doelen in de gebouwde omgeving alsnog te kunnen halen.