Vandaag heeft demissionaire kabinet Rutte III de begroting voor 2022 gepresenteerd. Hierin werd duidelijk dat zij volgend jaar ruim 6,8 miljard euro extra uittrekt voor het verminderen van de CO2-uitstoot. Het zal onder andere worden gebruikt voor investeringen in noodzakelijke energie-infrastructuur zoals waterstof en de verduurzaming van huizen.
De urgentie om méér te investeren in de klimaatmaatregelen wordt met de gepresenteerde begroting onderstreept. Om ook na 2022 te kunnen blijven toewerken naar de doelen van 2030, roept Vereniging Energie-Nederland het kabinet op om snel besluiten te nemen over het vergroten van het aanbod CO2-vrije elektriciteit. Daarnaast is het cruciaal dat het kabinet stuurt op voldoende en tijdige investeringen in de energie-infrastructuur.
“We zijn blij dat het kabinet – ondanks de demissionaire status – kiest voor een relatief beleidsrijke begroting op het gebied van klimaat en energie. Dit is een terechte versterking voor het ingezette klimaatbeleid en het is belangrijk dat er nu doorgepakt gaat worden. Snelle besluitvorming is cruciaal om de klimaatdoelstellingen van 2030 te kunnen halen, zeker met de hogere doelstellingen die uit het EU-pakket FitFor55 komen. Tijd voor een regering met bestuurlijke lef!”, aldus Sam Collot d’Escury, Algemeen Directeur bij Vereniging Energie-Nederland.
Meer aanbod CO2-vrije elektriciteit
Voor de elektrificatie van de industrie, vervoer en gebouwde omgeving is, bovenop de reeds bestaande plannen, extra aanbod van CO2-vrije elektriciteit nodig. Het extra budget van 3 miljard euro voor de SDE++ kan onder andere worden ingezet voor de ontwikkeling van extra zon- en windprojecten, maar helpt ook duurzame warmte en projecten in de industrie.
Om de komende jaren te kunnen blijven investeren in de verdere verduurzaming van de elektriciteitsproductie blijft een stabiel investeringskader ook na 2025 nodig. Dit kan door ontwikkelaars van zon- en windprojecten zekerheid te geven dat hun elektriciteit zal worden gebruikt door het gebruik van groene elektriciteit in de industrie te stimuleren. De verhoging van het SDE++ budget is hiertoe een eerste stap, maar er is ook een specifiek steunmechanisme nodig dat afkoerst op de concrete doelstellingen in 2030 en daarna. Door een koppeling aan te brengen tussen elektrificatie en extra productie van CO2-vrije elektriciteit, wordt de transitie verder versneld.
Naast deze koppeling tussen vraag en aanbod, blijft ook het financiële aspect aandacht vragen. Volgens de huidige plannen is de SDE++ al vóór 2025 niet meer beschikbaar voor nieuwe aanvragen voor zonne- en windenergie. Bij onzekerheid over de groei van de vraag naar duurzame elektriciteit, zullen investeerders niet geprikkeld zijn om nog grootschalig te investeren in duurzame productie. Dit terwijl de doelstellingen voor 2030 nog zullen worden verhoogd als gevolg van de Europese plannen, en daarnaast moet in 2050 onze gehele energievoorziening CO2-vrij zijn. Energie-Nederland pleit daarom voor bodemprijsregeling die de grootste risico’s bij tegenvallende elektrificatie wegneemt.
Warmtetransitie in de gebouwde omgeving: tandje erbij is nodig
De warmtetransitie in de gebouwde omgeving is complex. Een eenmalige investering van 1,3 miljard euro voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving, waaronder voor hybride warmtepompen en isolatiemaatregelen, is nodig en zeer waardevol, maar niet voldoende. Een brede coalitie van partijen heeft eerder al aangegeven dat structureel zeker 1 miljard euro per jaar nodig is om de doelen in de gebouwde omgeving te halen.
Energie-Nederland heeft in 2019 al het belang van een ‘laagdrempelige energietransitie’ benadrukt: zet naast de wijkaanpak ook stevig in op individuele maatregelen voor huiseigenaren. Daarom steunt Energie-Nederland ook het Manifest Nationaal Isolatieprogramma met als doel: sneller, slimmer én socialer meer woningen isoleren.
Noodzakelijke investeringen infrastructuur
In de begroting wordt ook aandacht besteed aan de noodzakelijke investeringen in het elektriciteitsnet. Het is cruciaal dat het kabinet stuurt op voldoende en tijdige investeringen door (regionale) netbeheerders in elektriciteitsnetten. Er moet voldoende ruimte zijn om anticiperend te investeren en dit moet gemakkelijker worden, bijvoorbeeld door het beschikbaar stellen van publieke middelen zoals het Recovery & Resilience fund. Tegelijkertijd blijven netbeheerders verplicht om tijdig te investeren. Er moet gekeken worden hoe netbeheerders gestimuleerd kunnen worden om anticiperend te investeren en of er andere structurele belemmeringen zijn die aangepakt moeten worden.
Energie-Nederland verwelkomt het vrijmaken van 750 miljoen euro voor een landelijke transportinfrastructuur voor groene waterstof (‘Waterstof Backbone’) en het extra budget voor het warmtetransportnet Zuid-Holland. Dit zijn belangrijke eerste stappen in de ontwikkeling van een waterstof-economie. Infrastructuur voor het transport van CO2-vrije waterstof is onontbeerlijk en de Europese Green Deal heeft dit belang verder vergroot.