“Nederland en Duitsland moeten samenwerking versterken”

Cora van Nieuwenhuizen spreekt tijdens congres E-world over ontwikkeling waterstof:

Nederland en Duitsland zien grote kansen voor samenwerking op de Noordzee om de potentie van windenergie te benutten voor waterstofproductie. De ontwikkeling van infrastructuur voor waterstof is van cruciaal belang. Het is belangrijk dat Nederland en Duitsland goede afspraken maken, over de planning van de infrastructuur en kwaliteit van waterstof bijvoorbeeld. 

Dit bepleit Cora van Nieuwenhuizen, voorzitter van Energie-Nederland tijdens E-world energy & water, een toonaangevende beurs in Essen (Duitsland) voor energie en water. Zij spreekt daar samen met haar Duitse branche collega Kerstin Andreae (voorzitter van BDEW) op één van de hoofdpodia. 

Noordzee
Zowel Nederland als Duitsland kennen al een enorme waterstofindustrie. In Nederland wordt ongeveer 10% van ons jaarlijkse gasverbruik gebruikt voor de productie van waterstof. Bovendien vindt ruim 80% van het bestaande waterstofverbruik in Europa plaats in Nederland en Duitsland. Hoewel het starten van een nieuwe keten met groene en blauwe waterstof erg complex is, was dit zonder bestaande klanten nóg complexer geweest.
De Noordzee is een belangrijke troef voor zowel Nederland als Duitsland. Dit is het motorblok van de energietransitie. O.a. de import voor zowel Nederland als Duitsland is door onze geografische ligging gemakkelijker. Ook kunnen er enorme hoeveelheden CO2 uit blauwe waterstof onder de Noordzee worden opgeslagen.
Cora van Nieuwenhuizen: “Onze industrieën en energie-infrastructuur zijn al sterk met elkaar verbonden. Dit maakt het gemakkelijker om uit te breiden en te intensiveren. Je hoeft niet helemaal opnieuw te beginnen. Dankzij het uitgebreide gasnetwerk in Nederland kunnen we snel en relatief goedkoop een landelijk netwerk voor waterstof aanleggen. Dit kan eenvoudig worden aangesloten op het Duitse netwerk”.

Infrastructuur
Op dit moment ontwikkelen Nederland en Duitsland los van elkaar de infrastructuur. Het zou dramatisch zijn als er aan de landsgrenzen straks een andere waterstofkwaliteitsnorm geldt. Cora van Nieuwenhuizen: “Wij moeten hier met Duitsland bindende afspraken over maken. En ontwikkelaars moeten vervolgens de garantie hebben dat ze hun waterstof daadwerkelijk kunnen transporteren als een project af is. Wacht daarom niet de tot de markt helemaal uitgekristalliseerd is, maar begin vandaag met de aanleg van het waterstofnetwerk”. 

Oplossingen
De Noordzee biedt veel potentie maar het is nog niet duidelijk in welke mate groene waterstof daadwerkelijk gebruikt gaat worden. De vraag naar groene waterstof vanuit de industrie, mobiliteit en andere sectoren is nog onzeker. De ontwikkeling van een waterstofeconomie staat daarmee nog in de kinderschoenen. Er zijn hindernissen maar ook oplossingen. 
Zo moet de productie van hernieuwbare waterstof met subsidies geholpen worden; om de kostprijs van waterstof bijvoorbeeld te verlagen. Er is nu nog een groot prijsverschil tussen groene en grijze waterstof. Een deel van de industrie heeft weinig mogelijkheden om een hogere kostprijs door te berekenen op de internationale markt. Dit maakt het moeilijk om per direct hoge normen voor het gebruik van groene waterstof af te dwingen. Cora van Nieuwenhuizen: “Daarom is het cruciaal dat de middelen die in het klimaatfonds voor de verdere ontwikkeling van groene waterstof, hiervoor gereserveerd blijven. Zonder een zetje in de rug is het niet mogelijk om de broodnodige innovatie en kostenreductie te kick starten”. 

Cora van Nieuwenhuizen: “Geen woorden, maar waterstofdaden dus. In plaats van groot denken en niets bereiken, moeten we ons richten op het uitvoeren van de eerste projecten. Deze kunnen de markt op gang brengen. Dat zou ook de broodnodige prijsverlaging kunnen inluiden”.

Gerelateerd nieuws