Onafhankelijk onderzoek van Indufor weerlegt de claim van milieuorganisaties dat biomassa uit Estland niet aan de duurzaamheidseisen zou voldoen. Deze claim werd geuit op basis van onderzoek uitgevoerd van SOMO. De energiebedrijven die biomassa meestoken, zijn niet bij het SOMO-onderzoek betrokken geweest. Zij hebben daarom Indufor opdracht gegeven te verifiëren of er echt sprake is van misstanden.
Uit dit onderzoek van Indufor blijkt dat de conclusies van SOMO op geen enkele manier kunnen worden aangemerkt als schendingen van de geldende Nederlandse criteria voor duurzame biomassa. Deze criteria zijn de strengste ter wereld en zijn in nauw overleg met de milieuorganisaties opgesteld, binnen het gezamenlijke Convenant Duurzaamheid Biomassa. De onafhankelijk rapporteur onder het Convenant (CE Delft) heeft vastgesteld dat de meegestookte biomassa in 2019 en 2020 voldeed aan de duurzaamheidscriteria.
Een van de punten uit het Indufor rapport is dat de door SOMO gebruikte bronnen voornamelijk rapporten van NGO’s en milieuactivisten betreffen, waarvan de informatie niet blijkt te kloppen. Ook worden er causale verbanden gelegd die niet onderbouwd zijn. Indufor benadrukt dat dit onderwerp complex is, waarbij er altijd wel ruimte is voor interpretatie. Daarom is het ook belangrijk hierover met elkaar in gesprek te blijven.
In het Convenant hebben milieuorganisaties en energiebedrijven afspraken vastgelegd
In 2015 is, in navolging van het Energieakkoord uit 2013, het Convenant Duurzaamheid Biomassa ondertekend door vijf milieuorganisaties, de partijen die biomassa (willen) inzetten voor de productie van elektriciteit en Energie-Nederland. Naar aanleiding van het SOMO-rapport hebben de milieuorganisaties aangekondigd uit dit Convenant te willen stappen. Behalve dat dit conform de gemaakte afspraken niet kan, is hier inhoudelijk dus ook geen aanleiding voor.
Ed Nijpels, de onafhankelijk voorzitter van de borgingscommissie van het Energieakkoord, heeft de convenantspartijen uitgenodigd voor een nader overleg op 26 oktober. Eerder vandaag heeft Energie Nederland het Indufor-rapport aan de milieuorganisaties gestuurd.
Biomassa laatste in rij houtstroom
Vrijwel alle biomassa die in Nederland voor energieproductie wordt gebruikt, bestaat uit rest- en afvalstromen. Bio-energie is een bijproduct van bos- en landbouw. Houtproductie vindt allereerst plaats voor producten met een veel hogere economische waarde, zoals in de bouw en de meubelindustrie. Daarna volgt toepassing in papier en karton. Biomassa voor energie sluit deze keten en dient bovendien in Nederland aan de strengste duurzaamheidscriteria ter wereld te voldoen.
Bekijk hier het volledige rapport van Indufor: