De ACM-notitie ‘Marktmodellen warmte en rol netwerkbedrijven’ van 24 juni is zeer duidelijk: bij de selectie van bedrijven voor warmtenetten moeten gemeenten een open, transparante en non-discriminatoire procedure doorlopen. Opdat het aanbod met de beste prijs/kwaliteit-verhouding wordt geselecteerd. Remko Bos, directeur energie bij ACM zegt hierover in Energeia: “Je kunt niet als gemeente vooraf zeggen: wij willen met die partij in zee.”
Deze notitie van ACM sluit aan bij het standpunt van Energie-Nederland. Energie-Nederland heeft in gesprekken over de gewenste marktordening en bij de internetconsultatie van de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw) ook steeds het belang van zo’n open procedure benadrukt, die past bij het beginsel van behoorlijk bestuur. Alleen dan weten inwoners, gemeenteraden en andere belanghebbenden zeker dat ze de warmteoplossing krijgen die het beste aansluit bij de specifieke publieke belangen in die gemeente. ACM benadrukt: “ACM acht het met het oog op de publieke belangen belangrijk dat er wordt gezorgd voor een gelijk speelveld bij de selectie van warmtebedrijven, warmtenetbedrijven en leveranciers. Het uitgangspunt moet altijd zijn dat de partij met het beste aanbod – in termen van laagste kosten en kwaliteit – de warmtevoorziening gaat verzorgen. Dit is in het belang van de verbruikers, de (potentiële) warmte(net)bedrijven zelf en uiteindelijk ook van de Nederlandse duurzaamheidsambities.” Energie-Nederland kan deze conclusies dus volledig onderschrijven.
ACM werkt in de notitie drie gestileerde modellen uit. Daarbij wordt ook de denkrichting uitgewerkt van een gesplitst model voor de warmtemarkt. ACM stelt: “In al deze modellen is een open en transparante selectieprocedure het uitgangspunt, tenzij zou worden besloten om netwerkbedrijven als netbeheerder aan te wijzen door ze een wettelijk monopolie voor het warmtenetbeheer te geven.”
Energie-Nederland is geen voorstander van een gesplitst model. Ook de Minister gaf in zijn Kamerbrief over Warmtewet 2 van eind 2019 aan, mede gebaseerd op analyses van buitenlandse warmtemarkten: “De voordelen van een scheiding van levering en transport, zoals in de elektriciteit- en gasmarkt, wegen bij collectieve warmtesystemen dan ook niet op tegen de nadelen. Vanwege de genoemde kenmerken is het juist belangrijk dat de warmteketen integraal wordt aangestuurd en dat de warmtemarkt voorzien wordt van sectorspecifieke regulering om de betrouwbaarheid, betaalbaarheid en duurzaamheid te waarborgen”.
Het is uiteindelijk aan het kabinet om te besluiten over het gewenste model voor de marktordening.