Duurzaam energiesysteem
Energiemarkt
Eindverbruikers
Hernieuwbare bronnen
Standpunt hernieuwbare energie
Standpunt Biomassa
Biogrondstoffen zijn nodig voor de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire en bio-based economie. Vanzelfsprekend moeten ze voldoen aan de afgesproken duurzaamheidseisen. Energie-Nederland deelt op dit gebied de conclusies van onafhankelijke rapporten, waaronder die van IPCC (maart 2023), PBL (dec. 2020), SER (juli 2020) en PBL (mei 2020). Deze rapporten stellen dat biogrondstoffen nodig zijn om onze klimaatdoelen te halen én als katalysator dienen voor een circulaire economie. Â
Toepassingen in het energiesysteem zijn er voor CO2-vrij regelbare elektriciteitsproductie. Het belang hiervan groeit door de sterke toename van weersafhankelijke productie uit zon en wind. Ook zijn de toepassingen er voor duurzame warmte, waarvoor biomassa nu de enige reële, schaalbare en betaalbare bron is. En bio-energie is een cruciale stap in de transitie naar duurzame grondstoffen in onder meer de chemische industrie en de bouw. Verder kunnen met biomassa negatieve emissies worden gerealiseerd. Net als het IPCC, benadrukt het rapport Energie door Perspectief (april 2023) van het Expertteam Energiesysteem 2050 het belang van negatieve emissies, ook via biomassa. Negatieve emissies kunnen bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het grootschalig bomen aanplanten en de inzet van duurzame biomassa.Â
Energie-Nederland begrijpt dat de inzet van duurzame biomassa voor energietoepassingen veel discussie oproept in de maatschappij. Beleidsmakers stellen terecht scherpe, wettelijke eisen aan de duurzaamheid van biomassa voor energietoepassingen. De Nederlandse duurzaamheidseisen behoren tot de strengste van de wereld. De garantie dat gebruikte biomassa ook daadwerkelijk aan deze eisen voldoet, wordt gegeven via certificaten. Deze certificaten heeft de overheid goedgekeurd en zijn geverifieerd door geaccrediteerde onafhankelijke deskundigen. Voor de elektriciteitssector zijn extra afspraken vastgelegd voor de periode 2015-2027. Dit is gedaan in het Convenant Duurzaamheid Biomassa tussen de energiesector en de vijf NGO’s Greenpeace, Natuur & Milieu, Milieudefensie, WNF, Natuur en Milieufederaties. De afspraken worden jaarlijks gemonitord door een onafhankelijk rapporteur. Deze is aangesteld door de convenantspartijen. Dit is de meest recente rapportage: Jaarapportage 2021.
Standpunt Waterstof
Groene en blauwe waterstoffen bieden een oplossing om de klimaatcrisis aan te pakken en de afhankelijkheid van Rusland te verminderen. Â
Waterstof kan gemaakt worden uit hernieuwbare elektriciteitsproductie. Het zorgt ervoor dat we een grote hoeveelheid extra zon en wind in ons systeem kunnen brengen. Daarnaast kan koolstofarme waterstof helpen om onze grote waterstofbehoefte op een duurzame manier in te vullen. Blauwe waterstof wordt gemaakt met gas waarbij de CO2 wordt afgevangen. Ook import van duurzame waterstof kan een goede bijdrage leveren. Â
Energie-Nederland ziet voor duurzame waterstof rollen als:Â Â Â Â
- Grondstof voor een CO2-neutrale industrie; door Europese verplichtingen al voor 2030 nodig.  Â
- Brandstof voor CO2-vrije gascentrales; door onze eigen ambities al voor 2030 nodig.  Â
- Het voorkomen van netcongestie: Als alle elektriciteit van windmolens op zee op piekmomenten moet worden ingevoerd in het elektriciteitsnet kan dat tot overbelasting van het netwerk leiden. Door op zee of bij de aanlanding elektriciteit gelijk om te zetten in waterstof voorkom je grote extra investeringen in het elektriciteitsnet.  Â
Om onze ambities richting 2030 en 2050 te realiseren, moeten er nog vóór 2030 flinke stappen genomen worden.  Â
Energie-Nederland ziet graag:Â Â Â
- voor waterstofproductie een Nederlandse doelstelling van 80 petajoule in 2030 (6 tot 8 gigawatt). Met daarbij voldoende stimulerende instrumenten om daarop te sturen. Dit kan bijvoorbeeld door volgend jaar al tenders open te stellen die vergelijkbaar zijn met de tenders voor wind op zee. Ontwikkelaars kunnen dan snel zekerheid hebben over het ontwikkelpad. Ook waterstof op zee (offshore) kan al in 2030 een bijdrage aan de doelen leveren. Dat lukt alleen als we daar met pilots nu een start mee maken. Willen we zo snel mogelijk overstappen naar een CO2-neutrale elektriciteitsproductie, dan is het noodzakelijk om vóór 2030 groene en blauwe waterstof in te zetten in gascentrales. Â
- voor waterstofimport een doelstelling van bijvoorbeeld 30 petajoule en voldoende goed beleid om dat te halen. Daarvoor moet de gehele internationale waterstofketen worden opgebouwd. De enige manier om dat te doen, is vroegtijdig zekerheden geven over afzet en business cases. Â
- voor waterstofinfrastructuur (zie 4.4 Waterstof infrastructuur).
Standpunt Groen gas
Groen gas kan een grote rol spelen in het verduurzamen van ons gasverbruik. Ook kan het onze gebouwde omgeving op een laagdrempelige manier verduurzamen.  Â
Een belangrijke stimulans voor de ontwikkeling en inzet van groen gas, is de aangekondigde bijmengverplichting (BMV). Dit staat ook in het Coalitieakkoord 2021-2025. Daarin wordt gesproken over een verplichting van 20% groen gas (1,6 billion cubic meters (bcm)) in de gebouwde omgeving in 2030. Het startniveau in 2025 ligt op 0,15 bcm en loopt in 5 jaar tijd op. Hierbij zijn nog diverse knelpunten. Â
Het ministerie van Economische Zaken (EZK) werkt in 2022/2023 voortvarend aan wettelijke regels voor de BMV. De productie van groen gas moet fors opgeschaald worden, terwijl veel technologieën nog niet volwassen genoeg zijn. Bovendien zijn vooralsnog onvoldoende grondstoffen beschikbaar. Verder is er hoogstwaarschijnlijk concurrentie vanuit buurlanden die ook systemen voor groen gas opzetten. Tot slot wordt er druk verwacht op de beschikbaarheid van certificaten. Dit vanwege alternatieve inzet van onder meer hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s) in de mobiliteitsmarkt. Â
Energie-Nederland steunt de ambities van de overheid om de productie zo snel mogelijk op te schalen. Voorwaarden om de BMV te laten werken, zijn onder meer:Â
- Innovatiesubsidies voor vergassing, ruimere SDE++ (stimuleringsregeling duurzame energieproducties) voor vergisting, beschikbaarheid van grondstoffen en het op orde hebben van de benodigde infrastructuur (zie 4.5 Groen gas-infrastructuur).  Â
- De bijmengverplichting zelf moet vooral bijdragen aan productie van groen gas in Nederland. Om een papieren werkelijkheid te voorkomen, is het noodzakelijk om administratieve import te weren.Â
- De ambitie van 1,6 bcm lijkt ambitieus gezien de uitkomsten van het CE Delft rapport (juli 2022) en het vervolgrapport van CE Delft eind april 2023. Over meerdere punten is duidelijkheid nodig. Onder andere over de daadwerkelijke ambitie, over de mogelijkheid om de kosten door te belasten aan de klanten en over de boeteregeling als een leverancier niet aan zijn verplichtingen voldoet. Dat is extra relevant als de ambitie niet haalbaar blijkt. Bijvoorbeeld door fysieke tekorten aan de juiste biogrondstoffen of gebrek aan tijdige vergunningen.Â
- Hoe om moet worden gegaan met de vraag naar biobrandstoffen uit de mobiliteitssector. Mogelijk kan die vraag schaarste aan groen gas versterken en de prijzen voor consumenten opdrijven.Â
- Het is te verwachten dat veel nieuwe productielocaties van groen gas ontstaan. Bijvoorbeeld door mestvergisting. Daar zijn veel relatief kleine locaties bij. Al die nieuwe productielocaties moeten tijdig op de bestaande gasinfrastructuur aangesloten worden, zodat ze kunnen invoeden. Dat vergt in ieder geval samenwerking met lokale overheden, EBN en Unie van Waterschappen. Daarnaast moeten vergunningen sneller worden afgegeven.Â